b visie en doelstelling

Vertrekpunt, hoe zorgen we ervoor dat ons paard zich goed voelt ?


Laat ons niet vergeten dat een paard in zijn natuurlijke omgeving een grazer is, en geen roofdier. Dit heeft als gevolg dat een paard in een vijandelijke sfeer, zoals bij spanningen, onverwachte geluiden en gebeurtenissen, een onvoorbereide en onbekende oefening steeds eerst aan vluchten zal denken. Zelden zal een paard aanvallen of een ander wezen als prooi aanzien.

Toepast in onze inrichtingen betekent dit dat we een serene sfeer willen creĆ«ren, waar de paarden weten waar ze aan toe zijn en dat er geen nood aan vluchten is. Nooit worden de paarden in het eng gedreven, noch geslaan, noch mishandeld.  Nimmer geven we heb tijdens de les plotse oefeningen die de paarden niet aankunnen. We respecteren regels die reeds honderden jaren toegepast worden bij het zadelmak en africhten van een paard gelden.

Een paard zal zal in vrijheid zich zelf nooit afbeulen met onredelijk lange of zware inspanningen. Ook op dit punt dienen we een evenwicht te zoeken, omdat we nu eenmaal naar hoger en beter niveau streven. Zulks is onmogelijk door plots de lat zeer hoog te leggen. Integendeel, daardoor zullen we pas een aversie tegenover werk in de hand werken. Wij zullen in de reeds gekende oefeningen steeds net iets meer vragen, zodat een ieder tevreden en trots terug blikt op zijn prestatie en dit goed gevoel herhaald wilt zien, om zo een echte honger naar werk te weeg te brengen.